Mopper, mopper, zucht. Soms heb ik een heeeel zwaar leven. Ik mopper dan wat af, vooral in mezelf. Ben ik weer degene die hier achteraan moet, sta ik toch alwéér in m’n eentje te koken, moet ik weer die collega achter zijn broek aanzitten om die mail te sturen, staat die deur alweer open, etc, enz. Anderen zien er wellicht niet eens veel van, hoewel mijn lontje vast iets korter is op die momenten. In mijn wens naar gelijkmoedigheid ben ik die mopper maar eens serieus gaan nemen. Dit is wat ik ontdekte.
Zelfmedelijden. Au! Dat vindt mijn ego niet leuk. Ik mopper vanuit zelfmedelijden, echt waar. Ik word onvoldoende gewaardeerd en gezien naar mijn zin, uiteraard naar mijn totaal subjectieve standaard. Ik loop hier mijn stinkende best te doen en de rest maakt er een potje van. En ergens heb ik terecht medelijden, ik zorg namelijk niet goed voor mezelf. Ik mopper omdat ik moe ben, omdat het even te veel is, omdat ik te veel doe. Ahhh, maar dat is een bekend patroon; te veel doen. Te veel mijn best doen, doen zoals het hoort, of zoals ik denk dat het goed is. Maar het is dus helemaal niet goed, in ieder geval niet op dat moment, niet voor mij. Dus het klopt zeker dat ik niet gezien word, ik zie mezelf niet. En in plaats van een andere keuze te maken, buffel ik gestaag door, me dieper wentelend in mijn slachtofferschap.
En vanuit dit inzicht ben ik gaandeweg vrienden geworden met mijn mopper, omdat het een waarschuwingslampje is op mijn innerlijk dashboard. Dat lampje zegt eigenlijk niks meer of minder dan: let op uw tank is bijna leeg, tijd voor een refill. En dat is wat ik nu veel eerder doe. Dus, hoor ik mezelf nu zachtjes jeremiëren, dan kijk ik of ik even rust kan nemen. Een powernapje, een wandelingetje, even een theepauze met iemand die ook geen tijd heeft (lukt altijd grappig genoeg) of een stukje podcast luisteren. En zo leert mijn mopper mij om even te stoppen en bij te tanken. Thanks to the mopper!
Zelfmedelijden. Au! Dat vindt mijn ego niet leuk. Ik mopper vanuit zelfmedelijden, echt waar. Ik word onvoldoende gewaardeerd en gezien naar mijn zin, uiteraard naar mijn totaal subjectieve standaard. Ik loop hier mijn stinkende best te doen en de rest maakt er een potje van. En ergens heb ik terecht medelijden, ik zorg namelijk niet goed voor mezelf. Ik mopper omdat ik moe ben, omdat het even te veel is, omdat ik te veel doe. Ahhh, maar dat is een bekend patroon; te veel doen. Te veel mijn best doen, doen zoals het hoort, of zoals ik denk dat het goed is. Maar het is dus helemaal niet goed, in ieder geval niet op dat moment, niet voor mij. Dus het klopt zeker dat ik niet gezien word, ik zie mezelf niet. En in plaats van een andere keuze te maken, buffel ik gestaag door, me dieper wentelend in mijn slachtofferschap.
En vanuit dit inzicht ben ik gaandeweg vrienden geworden met mijn mopper, omdat het een waarschuwingslampje is op mijn innerlijk dashboard. Dat lampje zegt eigenlijk niks meer of minder dan: let op uw tank is bijna leeg, tijd voor een refill. En dat is wat ik nu veel eerder doe. Dus, hoor ik mezelf nu zachtjes jeremiëren, dan kijk ik of ik even rust kan nemen. Een powernapje, een wandelingetje, even een theepauze met iemand die ook geen tijd heeft (lukt altijd grappig genoeg) of een stukje podcast luisteren. En zo leert mijn mopper mij om even te stoppen en bij te tanken. Thanks to the mopper!